Nieuwe regels Partneralimentatie

Vanaf 1 januari 2020 is de nieuwe wettelijke regeling inzake partneralimentatie van toepassing.
John Honders

John Honders

Citylex

Vanaf 1 januari 2020 is de nieuwe wettelijke regeling inzake partneralimentatie van toepassing. Kort gezegd houdt de regeling in, dat de verplichting tot betaling van partneralimentatie werd ingekort van maximaal 12 jaar tot maximaal 5 jaren.

Voor een preciezere uitleg kan in eerste instantie de wettekst worden geraadpleegd. De Wet Herziening Partneralimentatie brengt wijzigingen aan in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, met name in artikel 1:157 BW. Deze luidt nu als volgt:

Art. 1:157 BW:

  1. Indien de rechter geen termijn heeft vastgesteld, eindigt de verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud van rechtswege na het verstrijken van een termijn die gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaren.
  2. Indien op het tijdstip van indiening van het verzoek tot echtscheiding de duur van het huwelijk langer is dan vijftien jaren en de leeftijd van de echtgenoot die recht heeft op een uitkering tot levensonderhoud, ten hoogste tien jaren lager is dan de leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, eindigt de verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud, in afwijking van het eerste lid, niet eerder dan op het tijdstip, waarop die echtgenoot deze leeftijd heeft bereikt.
  3. Indien op het tijdstip van indiening van het verzoek tot echtscheiding de duur van het huwelijk langer is dan vijftien jaren en de echtgenoot die recht heeft op een uitkering tot levensonderhoud geboren is op of voor 1 januari 1970 en diens leeftijd meer dan tien jaren lager is dan de leeftijd bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, eindigt de verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud, in afwijking van het eerste lid, na tien jaren.
  4. In afwijking van het eerste tot en met derde lid eindigt de verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud niet eerder dan op het tijdstip waarop de uit het huwelijk van de echtgenoten geboren kinderen de leeftijd van twaalf jaren hebben bereikt.
  5. Bij samenloop van de omstandigheden, bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, geldt de langste termijn.
  6. De termijn voor het verstrekken van levensonderhoud vangt aan op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand.
  7. Indien ongewijzigde handhaving van de beëindiging van de uitkering ten gevolge van het verstrijken van de in het eerste tot en met vierde lid bedoelde termijn, gelet op alle omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd van degene die recht heeft op die uitkering, kan de rechter op diens verzoek alsnog een termijn vaststellen. Het verzoek daartoe wordt ingediend voordat drie maanden sinds de beëindiging van de uitkering zijn verstreken. De rechter bepaalt bij de uitspraak of verlenging van de termijn na ommekomst daarvan al dan niet mogelijk is.

Recente blogpost

Blog

Huurrecht: Ontbinding huurovereenkomst

Het Gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 10 december 2019 geoordeeld dat de huurovereenkomst ten aanzien van de woning van huurder wordt ontbonden, omdat huurder zich niet als een zogenaamd goed huurder heeft gedragen.

Lees verder »

Citylex gebruikt cookies (en daarmee vergelijkbare technieken) om het bezoek voor u nog eenvoudiger en gebruiksvriendelijker te maken. Met deze cookies kunnen wij en derde partijen uw internetgedrag binnen onze website volgen en verzamelen. Door verder gebruik te maken van deze website gaat u hiermee akkoord. Daarnaast bevat onze website functionaliteiten waar u uw persoonsgegevens achter kunt laten. Klik hier voor meer informatie over het verwerken van uw gegevens.

Citylex is tevens actief in de volgende locaties: